Spaanse meneer is boos

Een Spaanse meneer begint hard te schreeuwen tegen mij. 

Hij lijkt een beetje op Jan Boskamp. Dat is die oud voetballer die iets te zwaar is en ook gezellig boos kan worden. 

De Spaanse meneer heeft een stok en daarmee begint hij te wijzen naar de gele pijlen die ik moet volgen. 

Als je die gele pijlen volgt vanuit Frankrijk dan kom je een kleine 800 kilomteter later vanzelf aan in Santiago de Compostella. 

Alleen moet er ook geslapen worden! Dus wijk ik nu af van de route onderweg naar mijn hotel. 

En de Spaanse meneer denkt dat ik verkeerd loop. 

Hotel! Hotel!, roep ik naar hem, 

No. No. No. Hij begint nog harder te schreeuwen en te wijzen naar de gele pijl. 

No Camino! No Camino!, is mijn tweede poging.  

Inmiddels gooit hij zijn hele lichaam in de strijd om te wijzen naar de gele pijl.  

Zal ik maar gewoon een stukje die kant op lopen om van het gezeik af te zijn? 

Gelukkig geeft de meneer op. Hij gaat weer verder met zijn leven. 

De boosheid van die meneer doet me denken aan hoe je niet moet reageren op een fout. Iemand de huid vol schelden zorgt er niet voor dat mensen makkelijk fouten gaan delen. 

Hoe nodig je iemand wel uit om een fout te delen?

Stap 1: Noem een fout geen fout. 
Helaas heeft het woord fout nog een negatieve lading. Je kunt het woord fout vervangen door: Iets wat niet ging zoals verwacht.

Stap 2: De toon maakt de muziek. Wees nieuwsgierig in plaats van veroordelend. 

Stap 3: Focus op de WAT in plaats van de WIE. Op deze manier haal je het bij de persoon weg. 

Stap 4: Benoem het leereffect. 

Concreet krijg je de dan: 

“Hé, ik zag gister dat iets niet ging zoals verwacht. Ik ben nieuwsgierig WAT er mis ging zodat we er van kunnen leren.”

Beeld je even in dat jij zo word aangesproken in plaats van WIE heeft deze fout gemaakt? 

Wil je meer korte en concrete tips? Ik heb een e-book voor je klaar staan met 35 praktijkvoorbeelden en 35 tips over het leren van fouten. 

Je treft hem aan in Club FoutenFabriek bij het kopje E-Books.